Preview: Call of Duty Black Ops 7 multiplayer beta
9 oktober 2025Het is weer zover: die tijd van het jaar waarin een nieuwe Call of Duty bijna verschijnt. Niet bepaald wereldschokkend, maar toch is het een moment waar miljoenen fans telkens weer naar uitkijken. Ik behoor zelf tot de groep spelers die elk jaar met veel plezier de campagne doorspeelt, maar de multiplayer links laat liggen. Dit jaar voelt dat anders. Voor het eerst in lange tijd ben ik echt nieuwsgierig naar die kant van het spel. Een perfect excuus dus om in de bèta te duiken en te kijken wat Call of Duty dit keer te bieden heeft.
Mashable heeft al een artikel gepost rondom de beta. Waarom dan nog eentje? Waarom die hernieuwde nieuwsgierigheid? Simpel: dit jaar heeft Call of Duty stevige concurrentie. En niet zomaar de gebruikelijke ‘andere shooter’, maar een tegenstander met gewicht. Battlefield 6 verschijnt vlak voor de game, en ook van die bèta heb ik eerder met veel plezier genoten. Bovendien maakt de ontwikkelaar van Battlefield er geen geheim van dat ze bewust níét willen doen wat Call of Duty doet. Dat heeft geleid tot een interessante rivaliteit tussen twee reeksen die, als we eerlijk zijn, allebei hun eigen identiteit hebben en prima naast elkaar kunnen bestaan. Waar Battlefield 6 draait om militaire precisie, grootschalige gevechten en de schoonheid van chaos en vernietiging, kiest Call of Duty juist voor snelheid, toegankelijkheid en een flinke dosis popcultuur.
Al tijdens mijn eerste potje, waarin ik overigens niet slecht presteerde voor mijn doen, werd duidelijk dat Call of Duty: Black Ops 7 nog steeds onmiskenbaar Call of Duty is. En dat bedoel ik als compliment. In een tijd waarin de serie direct naast Battlefield 6 komt te staan, is het slim om niet te proberen die game te imiteren, maar juist vast te houden aan de eigen stijl. En eerlijk is eerlijk: ik heb me uitstekend vermaakt met wat ik in zowel de gesloten als de open bèta heb gespeeld. De basis is nog altijd hetzelfde, zoveel mogelijk kills maken, doelen verdedigen, en je teamgenoten ondersteunen, maar Call of Duty doet dat als geen ander. De wapens voelen strak en responsief aan, de besturing is snel en precies, en als je mist, ligt dat simpelweg aan jezelf. Elk geweer reageert zoals je verwacht, de snelheid van de actie blijft continu voelbaar, en kogels doen pijn, precies zoals het hoort. Het is Call of Duty: je weet wat je krijgt.
Herinner je je nog dat vorig jaar het ‘Omnimove-systeem’ werd gepresenteerd als dé grote innovatie in Call of Duty: Black Ops 6? Dit jaar is dat systeem belangrijker dan ooit. Het biedt wederom een compleet nieuwe manier van bewegen, waardoor je als speler meer vrijheid hebt om te rennen, springen, duiken en rollen, uiteraard terwijl je ondertussen je hele magazijn leegschiet op alles wat beweegt. Het voelt filmischer dan voorheen, maar tegelijk ook tactischer. Zo heb je bijvoorbeeld een veel groter bereik wanneer je plat op de grond ligt. In eerdere delen kon je nauwelijks bewegen zodra je jezelf neerwierp, je kon slechts langzaam kruipen en had weinig controle. Nu kun je in elke richting kijken terwijl je personage dynamisch verschillende houdingen aanneemt. Wat vorig jaar vooral een gimmick leek, is nu verder uitgebreid: de ontwikkelaar combineert het systeem met muurbewegingen, zoals rennen langs muren of jezelf ervan afzetten om een sprong te maken.
Op papier klinkt dat simpel, en eerlijk gezegd, dat is het ook en in de praktijk betrapte ik mezelf erop dat ik het vooral gebruikte om simpelweg van A naar B te komen, niet omdat ik een briljant tactisch plan had uitgedacht. Toch voelde ik me merkbaar wendbaarder dan ooit. De nieuwe bewegingsvrijheid geeft het spel een extra laag snelheid en adrenaline en soms had ik zelfs het idee dat ik iets minder kwetsbaar was, of juist meer, afhankelijk van hoe roekeloos ik speelde. Niet dat ik vaak lang in leven bleef, maar goed… dat ligt waarschijnlijk meer aan mijn vaardigheden dan aan het spel. Een typisch voorbeeld: ik vergat regelmatig dat ik tijdens het klimmen niet kon schieten. En elke keer dat ik stoer dacht, “dat red ik wel even,” eindigde ik prompt met een extra dood op mijn naam. Maar hé, ik zei al dat Call of Duty’s Multiplayer nooit echt mijn sterkste punt was, toch?
De bèta bood een mix van verschillende maps en modi. Ik ga je niet vermoeien met een volledige opsomming daarvan, dat laat ik graag aan de uiteindelijke reviewer over, maar de afwisseling tussen nieuwe en bekende omgevingen zat goed in elkaar. Elke map voelde goed aan, met meerdere lagen en genoeg routes om je continu op je hoede te houden. Al na een paar potjes merkte ik dat de tegenstander écht van alle kanten kon komen: van voren, van achteren, van boven, en soms zelfs van plekken waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden. Uiteindelijk zijn dit de digitale slagvelden waar miljoenen spelers straks ontelbare uren gaan doorbrengen, dus het is cruciaal dat ze goed ontworpen zijn. En zelfs ik, iemand die zich normaal niet tot de fanatieke online Call of Duty-spelers rekent, had het prima naar mijn zin.
Wat ik bovendien een slimme toevoeging vond, is de trainingsmodus die aanwezig is voor zowel de gewone multiplayer als de Zombies-modus. Daarin krijg je op een toegankelijke manier uitgelegd hoe alles werkt, waar je moet zijn en wat de basisprincipes zijn. Voor doorgewinterde spelers is het waarschijnlijk overbodig, maar voor nieuwkomers is het een verademing.
Tijdens het spelen viel me wel op dat sommige wapens nog wat te krachtig aanvoelen, vooral omdat je ze door vaker gebruik kunt upgraden en daardoor nóg sterker worden. Maar goed, daar is een bèta natuurlijk voor: om dit soort dingen op te merken en te balanceren voor de volledige release. Een goed voorbeeld is een bepaalde shotgun, die op dit moment een absurd groot bereik heeft. Leuk als jij degene bent die ermee speelt, maar een stuk minder grappig als je aan de ontvangende kant staat, wat in mijn geval iets te vaak gebeurde. ( Daar is het gebrek aan skills weer!) Het levert van die frustrerende momenten op waarin je weet dat je niets fout deed, maar toch het onderspit delft. Gelukkig zijn niet alle wapens zo uit balans; veel andere voelen juist precies goed aan.
Een leuke bonus is dat alle progressie die ik tijdens de bèta heb behaald, straks gewoon meegaat naar de volledige release van Call of Duty: Black Ops 7. Dat waardeer ik enorm. Vaak voelt een bèta als een soort leuke teaser waar je flink wat tijd in steekt, maar uiteindelijk niets van behoudt. Prima, natuurlijk, het hoort erbij, maar het is wel zo fijn dat je dit keer niet helemaal opnieuw hoeft te beginnen. De volledige release lijkt sowieso interessante vernieuwingen met zich mee te brengen. Zo kun je straks bijvoorbeeld je load-outs ruilen met vrienden online. Nu kun je denken: oké, en dan? Maar stel je eens voor dat je je favoriete streamer aan het kijken bent, en daarna meteen met exact dezelfde load-out het veld in kunt duiken. Dat maakt het ineens een stuk persoonlijker. Ook fijn: je XP zit niet langer vast aan één specifieke modus. Of je nu multiplayer speelt, zombies afknalt of de singleplayer doorspeelt, je voortgang telt overal mee. Zelfs voor spelers zoals ik, die normaal de online kant laten liggen, maakt dat de game een stuk aantrekkelijker.
Ik heb verrassend veel plezier gehad met de bèta van Call of Duty: Black Ops 7, meer dan ik vooraf had verwacht. En terwijl de bèta ten einde loopt, verschijnt Battlefield 6 in zijn volledige glorie. De strijd tussen de twee zwaargewichten barst dus binnenkort echt los. Toch is mijn advies simpel: er is ruimte voor allebei. Mijn persoonlijke voorkeur gaat qua online gameplay nog steeds uit naar Battlefield 6, dat type spel ligt me gewoon beter, maar dat betekent niet dat Call of Duty dit jaar geen sterke indruk maakt. Integendeel, Black Ops 7 staat stevig in zijn schoenen. Er is voor ieder wat wils, en dat is uiteindelijk het mooiste wat de gamewereld te bieden heeft.
